Kennisbank

Welke contractenvormen zijn er met netbeheerders?

In Nederland zijn er een aantal pilots gestart voor zowel bedrijventerreinen als gebiedsontwikkelingen, waarbij er afspraken worden gemaakt tussen netbeheerder en een groep van bedrijven of individuele bedrijven over het gecontracteerd transportvermogen. Het gaat daarbij om nieuwe contractvormen waarbij afspraken worden gemaakt over het gecontracteerd vermogen van een groep van bedrijven (GCO) of afspraken over capaciteitsbeperkingen met een bedrijf (CBC). De mogelijkheden zijn sterk afhankelijk van de lokale situatie. Dit moet worden afgestemd met de regionale netbeheerder.

Groepscapaciteitsovereenkomst (GCO)
Voor gebiedsontwikkelingen is er in Nederland één pilot. Dit is de gebiedsontwikkeling Merwede. Hier wordt een energiehub ontwikkeld in combinatie met een groepscapaciteitsovereenkomst (GCO).  In een GCO worden afspraken gemaakt over de transportcapaciteit van de toekomstige deelnemers in het gebied, zoals het energiebedrijf dat de energievoorziening voor warmte en koude gaat realiseren en exploiteren en het mobiliteitsbedrijf dat de laadinfrastructuur voor elektrisch vervoer gaat realiseren en exploiteren. Een belangrijk onderdeel van de GCO is het bepalen van de netgrens van het gebied.

De netgrens wordt bepaald op basis van het aantal woningen dat wordt gerealiseerd en is gebaseerd op basis van een woning met een individuele warmtepomp. De grootverbruikers kunnen gebruik maken van transportcapaciteit van het gebied op de momenten dat de woningen deze niet gebruiken. De transportcapaciteit voor de groep is dus dynamisch. Een GCO is dus een voorbeeld van een non firm aansluit- en transportovereenkomst (non-firm ATO). Bij een non-firm ATO is de transportcapaciteit voor een bedrijf, of in dit geval dus een groep van bedrijven niet altijd gewaarborgd. In dit geval omdat deze afhankelijk is van het gelijktijdig gebruik van de kleinverbruikers in het gebied. In ruil hiervoor krijgen deelnemers een korting op het nettarief.

De GCO wordt afgesloten tussen de netbeheerder en een groepsentiteit, die de deelnemers aan de energiehub vertegenwoordigt. Omdat het een gebiedsontwikkeling betreft zijn de deelnemers, zoals horeca- en supermarktondernemers, vaak nog niet in beeld. Bij de oprichting van de groepsentiteit spelen de gemeente en ontwikkelaars dus een belangrijke rol.

De (toekomstig) deelnemers behouden altijd de controle over de verdeling van de capaciteit binnen de energiehub en maken daar afspraken over. De Entiteit sluit daarvoor Deelnemersovereenkomsten met de deelnemers. In de Deelnemersovereenkomsten wordt onderling het gecontracteerd vermogen verdeeld en er worden er afspraken gemaakt over o.a. de tariefstructuur, over de inzet van flexibele energievragers en de realisatie en exploitatie van een batterij.

Vooralsnog is een GCO alleen beschikbaar voor Merwede. Anedere gebiedsontwikkelingen. Waarvoor een energiehub in combinatie met een GCO een oplossing kan zij kunnen wel al voorbereidingen gaan treffen. De verwachting is dat in eind 2026 GCO de standaard worden. Dit betekent niet dat het automatisch ook overal toegestaan wordt.

Capaciteitsbeperkingscontract (CBC)
Een capaciteitsbeperkingscontract is een ander voorbeeld van een non-firm aansluit- en transportovereenkomst met netbeheerder (non-firm ATO), waarbij de transportcapaciteit niet is gewaarborgd. In ruil hiervoor krijgt een bedrijf een vergoeding of een korting op het nettarief. Een CBC is interessant als er veel flexibele assets zijn, zoals batterijen, warmtebuffers en laadinfrastructuur.

Een goed voorbeeld is dat warmtepompen op gebiedsniveau worden gecombineerd met grote warmtebuffers. Hierdoor kunnen er afspraken worden gemaakt tussen het energiebedrijf voor warmte en koude en de netbeheerder dat iedere dag tussen 16.00 en 20.00 uur minder capaciteit nodig is voor afname, in ruil voor een lager nettarief. De warmtebuffers zullen dan gedimensioneerd moeten worden om 4 uur warmtelevering te kunnen overbruggen op de koudste dag.